Vrijwilligerswerk in Gaibandah

Men neme een Bengaals dorpje, 7-8 internationale vrijwilligers (5 Koreanen, een Australier, af en toe een Japanner en ik), een schop, betonnen ringen, een pisbak en wat bamboe en je hebt alle ingredienten voor een geslaagd vrijwilligersproject. Met zijn allen maken we latrines om zo de hygeniene op het plattenland te vergroten en ziektes tegen te gaan. Het concept is simpel, de impact groot.

Latrines installeren in Gaibandah

Het werk in Gaibandah is fysiek niet zwaar, vele handen maken licht werk en bovendien hoeven we maar een paar uur per dag te werken. We werken in groepjes, wat errug gezellig is, altijd wel geassisteerd door een paar sterker en/of betweterige Bengalen. Dat is wellicht nog het moeilijkste van het werk: vriendelijk blijven, altijd blijven lachen, ook al wil iemand je corrigeren om het vervolgens precies op die manier te doen zoals je het al deed.

Voor hen een manier om met ons in contact te komen, niet beseffend dat het niet een manier is die we heel erg waarderen (het zal ook niet de eerste keer zijn dat ik bij mezelf denk: doe het lekker zelf als je het zo goed weet!). Echter, samen staan we sterk, mensen worden geholpen en daar doe je het voor.

latrines installeren in Gaibandah

Tuinieren

Behalve de installatie van latrines helpen we met het onderhouden van de moestuinen van SKS, de locale NOG (non-govermental organisation). Onkruid wieden en de grond omploegen in een depance van SKS, welke midden in een gebied tussen de rivier ligt (eigelijk een crisisopvang ten tijden van de overstromingen, die schering en inslag zijn).

Om er te komen moeten we een stuk met de boot, wat een prachtig uitzicht geeft over de rivieren en het leven langs het water. Op sommige stukken lijkt het of je door een brede kloof vaart, zo hoog zijn de oevers. Niet te geloven dat DAT de eigenlijke rivier is in de natte tijd! We vullen kleine zakjes met grond, wat een plantenbed moet vormen. Met zijn allen zitten rondom een grote hoop, wat kletsen, maar stiekem ook elkaar bekogelen met kluiten grond. Hoofddoelwit is de “tempel” van Uni, een van de Bengalen. Moet-ie maar geen zandkastelen bouwen.

Ik heb dit project geregeld via SIW.

NGO’s in Bangladesh

Ook hebben we verschillende bevriende NGO’s bezocht die zich o.a. inzetten voor de scholing van de armste mensen, voor invaliden, ouderen, verbeteren van leefomstandigheden en hygiene, maar er zijn ook NGOs die proberen de positie van de vrouw te verbeteren.

Zingen in de bus

Het meest wordt er echter nog gezongen op weg van en naar het werk. Met zijn 4-6en achter op een fietstaxi, gezien de conditie van de weg niet altijd even confortabel, maar wel leuk (de fietswallah’s moeten regelmatig afstappen om ons veilig langs de gaten te manouvreren, die soms wel een meter diep zijn!).

Overstromingen in Bangladesh

De omgeving van Gaibandah is prachtig! De invloed van het water is echter overal duidelijk zichtbaar, zelfs in het droge seizoen. De rivieren zijn nu niet zo breed, maar de breedte in het regenseizoen is makkelijk in te schatten kijkend naar de erosie. Het rivierbed ligt als het ware in een tweede rivierbed, weat stukken breder is. In het droge seizoen groeien in deze ‘uiterwaarde’ gras en andere planten, maar de grond is zanderig (gruis uit de Himalaya) en het heeft wat weg van een Nederlands duinlandschap. Net als de vlakheid en de uitgestrektheid van het land…

Mensen zijn erg nieuwsgierig naar ons leven, niet alleen de kinderen. Eigenlijk is het Bengaalse plattenland met z’n mensen de grootste attractie van heel Bangladesh!

Bezienswaardigheden Bangladesh

Met de zeven vrijwilligers van het BWCA constructiekamp een dagje site-seeing in het Bogra-district bij Gaibandah. De weg hier na toe is zeer slecht, de bus is gammel, de chauffeur kan voor Bengaalse begrippe heel redelijk rijden maar de muziek is slecht en veel te hard.

De omgeving van Gaibandah, met zijn palmbomen, rijstvelden, runderen en steenfabrieken is prachtig, maar vervuild, wat resulteert in een continu gekuch van ons allemaal.

tempel in bangladesh

Bogra

Bogra zelf is (wederom) niet echt een stad van mijn hart. Het lijkt op een grote bouwput, er zijn complete straten met huizen zonder voorgevels, ik snap er niks van. Het verkeer is druk en chaotisch, als overal in Bangladesh. Bangladesh is niet te begrijpen en al helemaal niet te beschrijven, je moet het gewoon gezien hebben en zelf ervaren.

Mahastangarh

Rondom Bogra liggen verschillendehistorische sites, waarvan Mahastangarh de eerste is, een oude stad die deels dateert van het begin van onze jaartelling. Echter, er is niet veel meer bewaard gebleven dan resten van de oude poort, de “bron van het leven” (Jiyat Kunda) en een aantal uitgestrekte bakstenen muren, die overal door het landschap slingeren. Binnen de muren ligt gewoon landbouwgrond en lopen koeien en geiten rond. Gezien de populatiedichtheid van het land, moet elke vierkante meter gewoon benut worden. In het naastgelegen museum is meer te zien, van bronzen goden tot zilveren munten tot stenen dildo’s. Ehhh…

detail van een tempel in gaibandah

Behular Basar Ghar

Minder bekend (alles is relatief) is de Gokul Meh, ofwel de Behular Basar Ghar, een oude Buddhische tempel, welke lijkt op een grote, met gras overgroeide berg met allemaal stenen meditatiehokjes. Kindjes proberen boekjes in het Bengaals te verkopen, mar geen ons ons is de taal machtig.

Kantanagar tempel bij Gaibandah

Bij Gaibandah ligt de Kantanagar tempel, een Hindu tempel uit de 18de eeuw die fraai gedecoreerd is met afbeeldingen uit de Ramayana en Mahabharata, zeer gedetailleerd weergegeven en ook nog eens goed geconserveerd. Zeer imposant, ookal komen er nauwelijks buitenlandse bezoekers, zo blijkt uit het gastenboek.

Bij mensen thuis

De familie van onze chauffeur in Gaibandah (met zijn slechte muzieksmaak) nodigt ons uit om thee (tsai) te komen drinken, een ritueel dat we bijna dagelijks meerdere keren meemaken. Als groep krijgen we steeds meer routine: het water weigeren omdat we niet weten waar het vandaan komt, de gepofte rijst met chili’s is erg goed, net als appels en bananen, maar de zoete appeltjes, ter grote van druiven, varieren heel sterk in kwaliteit.

Zoete rijst vindt niemand lekker behalve ik, maar we verdelen de porties altijd zo, dat het lijkt of we allemaal wat gegeten hebben en het gewoon lekker vinden. En terwijl de gastheer/vrouw rent om extra voedsel te halen, loopt het hele dorp uit om ons te verwelkomen.